vrijdag 15 oktober 2010

rusten

Want ik ben moe. Logisch  natuurlijk. Dus ik doe niet veel. Maandag een klein uurtje gefietst, heel rustig, om de benen wat te doorbloeden. Woensdag heel rustig met de loopgroep  meegelopen. Het lopen ging heel zwabberig. Ik merk ook dat ik bang  ben geworden om te vallen. Dat is me het afgelopen jaar drie keer overkomen. Dus als het een beetje donker is, dan durf ik  niet goed meer te hollen. Ach, dit zal wel weer slijten, gewoon wel hollen en dan niet vallen.
Gisteren toch maar wel naar Groningen gefietst. Na een dag werken, en dus binnen zitten, snakte ik naar frisse lucht en lichaamsbeweging. Gevolg is wel dat ik nu heel moe ben. Ook nog een zere keel en snotterige neus. Lekker uitrusten dus vandaag, ik hoef ook bijna niks.
Het weekend zal druk zijn: dochter viert haar verjaardag en er komt veel familie en ook een paar logées. Dus helemaal zorgen dat ik vandaag rust pak.
Dan nog een week normaal werken en dan: herfstvakantie!

maandag 11 oktober 2010

3.35.01

Ben er trots op! Mooi gelopen, en fantastisch publiek! Het verhaal:

De laatste week voor de marathon was, zoals op het schema stond, een rustweek. Ik verwachtte dan ook dat ik mij naarmate de week vorderde, steeds uitgeruster en energieker zou gaan voelen. Dat was echter niet zo. Ik werd juist steeds moeier, ging meer en meer slapen en het lopen ging woensdag met de loopgroep al niet helemaal fijn en vrijdag liep het helemaal niet. Ik voelde me ook niet in orde. Ik verwachtte dat ik door de rustweek wel minder trek in eten zou krijgen, maar dat werd juist ook steeds erger. Ik heb nog nooit , ook de hele trainingsperiode voor de marathon, zo'n trek gehad. Ik heb daar aan toegegeven, want, ja, op het schema stond; "rusten en eten". Maar het voelde heel vreemd. De moed voor de marathon zakte mij diep, diep in de schoenen.
Gelukkig is daar zoals altijd trainerpaul, die precies het goede weet te zeggen. Ik hield me vast aan zijn woorden: de trainingen zijn goed gegaan, je hebt de duurlopen allemaal doorstaan en zulke slechte benen en vermoeidheid vlak voor een marathon komt wel meer voor.

Okee. Dus zaterdag met de trein naar Eindhoven. Nog steeds veel trek, dus elk uur een krentenbol, appel, koek etc. Naar de beurs, en toen door naar mijn broer. "Heb je er een beetje zin in?" vroegen ze. "Mmmm jawel," zei ik. Maar ik dacht: "Wat moet dit worden, deze marathon, ik voel me helemaal niet goed, ik zit vreemd in mijn lichaam, misschien stap ik wel uit na 10 km." Ondertussen werd ik  steeds zenuwachtiger, ik vond er eigenlijk niks meer aan, dit werd misschien wel mijn laatste marathon.

De hele avond uitgevogeld waar iedereen langs de route zou staan. Mijn broer en zoon Martijn zouden rondfietsen, mijn ouders zouden ergens staan en mijn zus zou ook nog komen, met de baby. Hoe moest dat met de kinderen van mijn broer, wanneer moesten ze slapen? Mijn schoonzus haar zus woont aan de route, hoe kom je daar dan? etc etc. Uiteindelijk een plan gemaakt.

Zondag, redelijk geslapen, zeer uitgebreid ontbijt, veel meer dan ik ooit heb gegeten. Spullen bij elkaar zoeken, weer eten. Naar Eindhoven (mijn broer woont in Son). Drie kwartier voor de start nog een powerreep opgegeten, om mijn energiebehoefte te stillen.

Dan de start. Het gaat lekker. Geen pap in de benen, nee, ze voelen best goed eigenlijk. Ik had me voorgenomen om niet met de pacers van 3.30 mee te gaan, maar ik stond opeens vlak achter ze bij de start. Ik werd gewoon meegezogen met alle mensen die met ze mee liepen en het ging heel lekker eigenlijk. Steeds geprobeerd om op ze achter te raken, maar ach, misschien zit een 3.30 tijd er ook wel in. 15 km lang ging het prima op dit tempo. Toen werd het lastig en op 18 km raakte ik eindelijk op ze achter. Dit liep meteen veel prettiger: veel minder druk, bij de drinkposten meer ruimte en meer aanmoedigingen van het publiek. Dat publiek was echt fantastisch! M'n naam stond op mijn startnummer en door heel veel mensen ben ik aangemoedigd: je doet het heel goed, Evelien. Goed zo Evelien, Dat ziet er nog heel goed uit, mooi tempo, Evelien. Echt super, het publiek sleept je echt door je zware momenten heen. Het was fijn dat Martijn een heel stuk met me opfietste, en ook mijn broer met mijn neefje achterop was er lange stukken bij. Ook mijn ouders, zus met man en kind en de zus van mijn schoonzus nog gezien en gehoord. Dat is fijn.

Want vanaf 20 km werd het zwaar. Oei, nu al, ik moet nog 22 km. Als het nu al minder wordt.... Nou ja doorlopen maar, gewoon nog ietsje langzamer. 25 km. "Nog maar 17 km" dat dachten J en G bij hun marathon, dus dat denk ik ook maar. Het werd nog zwaarder. Maar ik haalde wel steeds meer mensen in. Meer dan ik zelf werd ingehaald en dat geeft moed.  Eerst maar naar de 30 km. Daar ging het eigenlijk weer iets beter en bij 33 dacht ik: "Nog maar 9 km, dat kan je wel, je gaat het halen, gewoon doorkachelen." Nu kon ik de kms aftellen en het ging beter. Ik kreeg ups en downs: proberen te versnellen, even iemand inhalen, maar dan weer een terugslag, weer iets langzamer lopen.

Na 39 km kwam je door de kroegstraten van Eindhoven. HIer stond ontzettend veel publiek en als vrouw krijg je dan heel veel aanmoedigingen en die helpen echt! Naar 40 km. Ik zag voor me een vrouw uit mijn leeftijdscategorie: die kon ik inhalen, met een vaart(je) er voorbij. Vlak erna moest ik bruggetje over. Hoogteverschil misschien 1 m. Ik liep eroverheen en meteen na die brug: verzuurde benen, ik stond zowat stil! Help! Ik kan niet meer vooruit. Toch wel natuurlijk en na 100 m ging het weer beter en kon ik mijn tempo weer oppakken. Nu stonden er minder mensen. Waar is de finish? O, nee eerst het bord 41 km. Natuurlijk. Doorlopen. Mijn broer kwam weer naast me fietsen. Nog 500 m zei iemand. Waar is dan die finish? Ik zag er nog niks van. Mijn broer moest het parcours af. "De finish is daar," wees hij . Maar waar? Ik zag het niet. Bord 42 km. Nou, nu is het echt nog maar 200 meter, maar ik zie de finish nog steeds niet. 'Hup mama", hoor ik Martijn roepen. En dan zie ik echt de boog en de matten van de eindstreep. Blij blij blij dat het erop zit en dat het toch nog zo goed is gegaan.

Na afloop de felicitaties van mijn familie. Even zitten in de zon. Gehoord van andere lopers dat ze het zwaar vonden. Misschien wel door de warmte. Hoewel ik er niet echt last van heb gehad, kan het toch wel meegespeeld hebben. Ik heb onderweg in elk geval heel veel gedronken: sportdrank en water. Bij 27 en 34 km een gel en verder niks. Die powerreep heeft z'n werk goed gedaan.

Weer naar het huis van mijn broer, waar ik ontzettend misselijk werd. Darmen van slag. Een misselijkheid die lang aanhield. Nu maandagmorgen is het eigenlijk nog niet helemaal over. Ik kon niet eten, probeer wel te drinken. Thuis, om 9 uur een kop soep en 's nachts nog een kop soep. Vandaag lekker uitrusten, morgen weer aan het werk.