vrijdag 30 augustus 2013

telefoon uit Delft

Woensdag had ik bij de loopgroep alweer behoorlijk snelle stukken gelopen. Toen ik donderdagmorgen met een vriendin ging wandelen voelde ik mijn benen wel toen we naar het begin fietsten.

Ik ging dus een beetje huiverig voor zware en vermoeide benen weg, vanmorgen. Ik had ook niet zoveel zin, gedachten als waarom moet ik nou weer een marathon, ik kan ook wel een keer een marathonvoorbereiding doen met minder kilometers, waarom doe ik dit ook eigenlijk, het is toch bedoeld om plezier te hebben, schoten door mijn hoofd in de eerste kilometers. Maar opeens dacht ik aan mijn uitspraak van ooit: je krijgt altijd spijt als je niet gaat hardlopen, maar als je wel gaat hardlopen, krijg je nooit spijt.

En zo was het ook, natuurlijk. Af en toe tegenzin is normaal, dat betekent helemaal niet dat je het hele hardlopen ineens zat bent of zo.

Dus liep ik en het ging steeds lekkerder. Van moeie benen helemaal geen last. Het ging zelfs zo goed dat ik besloot om wat snellere intervallen (op marathontempo) erin te gooien. Mijn horloge stond nog ingesteld op 8 min en 5 min, dus ik begon met 8 marathontempominuten. Dat ging makkelijk. Ik kon ook wel een langer interval doen, vond ik, bijvoorbeeld (na 5 min rustig lopen) het volgende interval 8 + 5 = 13 minuten doen. Zo gezegd zo gedaan. Na 10 van de 13 minuten ging mijn telefoon, ik moest deze wel opnemen, het was mijn zoon uit Delft. Na even een pauze voor dit gesprek, het interval niet meer afgemaakt, maar rustig verder gelopen.

Ach, 13 minuten is ook niet zo erg lang eigenlijk, vond ik. Ik kon ook wel 5 + 8 + 5 = 18 minuten op marathontempo lopen. Dit ging ook heel erg makkelijk, de 18 minuten waren zo om, ik was niet erg moe. Hierna maakte ik nog een omweg om na 2 uur weer thuis te zijn: 22 km gelopen. Niet moe, wel veel honger en dorst. 's Middags in de tuin in de zon nog heerlijk een dutje gedaan: wat is het leven mooi en simpel eigenlijk.

maandag 26 augustus 2013

Liefair

Het leek of ik al weer snel herstelde van mijn 30 km van maandag. Toen ik thuiskwam vond mijn dochter dat ik wel erg vermoeid was, en dat klopte ook wel. Maar in de loop van de middag ging dit over. Dinsdag heb ik rust genomen en woensdagavond ging ik lopend (om extra kms te maken) naar de loopgroeptraining.

Daar liep ik onverwacht snelle stukken van steeds 600 m, vond ik zelf tenminste. Het liep allemaal soepel en makkelijk. Ik had nog wel een tandje harder gekund, maar dat deed ik niet. Want ik wilde geen pijn lijden en bovendien staan er nog vele trainingen gepland de komende weken. Daarvoor wilde ik mezelf een beetje sparen.

Het was maar goed ook dat ik dat gedaan had. Want vrijdag stond op het schema dat ik 15 a 20 km moest lopen, dus deed ik dat. Maar ik voelde al meteen dat de snelle stukken van woensdag nog niet verwerkt waren. Met moeie, stugge en zware benen begon ik te lopen. Heel langzaam maar. Uiteindelijk liep ik een km of 18 die redelijk gingen omdat ik zo langzaam liep. Toch wel trots omdat ik het toch maar gedaan had, kwam ik thuis.

Zondag moest ik van het schema  20 tot 24 km rustig lopen. Ik ging van start, deed rustig aan en het voelde heel prima allemaal. Niks  geen zware of moeie benen meer, gewoon alles lekker en soepel. Omdat het me goed leek om het marathontempo te trainen, besloot ik onderweg om een paar keer 8 minuten op marathontempo te lopen, met steeds 5 minuten pauze. Het leek met dat ik dit wel drie keer kon doen. Maar het eerste interval ging zo makkelijk en soepel, en drie keer acht minuten is maar 24 minuten, best wel weinig als je een marathon in 3,5 uur loopt. Misschien beter om zes van deze intervallen te doen.

Het tempo dat ik liep was volgens mij wel mijn marathontempo. Maar ik ben heel slecht in het inschatten van mijn snelheid, het kan best dat het iets boven mijn marathontempo lag. Eigenlijk denk ik dat.

Het bleef allemaal heel goed te doen, de intervallen vlogen voorbij. Toen kwam de vijfde keer. Nu was ik toch wel moe aan het worden. Halverwege ben ik maar een tandje langzamer gaan lopen. Ik dacht er ook aan om deze  8 minuten in te korten, maar nee, dat hoefde nou ook weer niet, maar dit zou wel het laatste interval zijn.  Dus in totaal 5 x 8 = 40 minuten op tempo gelopen. Ook best goed.

Na deze vijf intervallen moest ik nog een uur naar huis lopen. Dit uur deed ik heel langzaam. Ik was erg moe. Ongeveer 300 m voor me zag ik een andere loper, met volgens mij een loopgroeprodenshirt aan. Het leek me een heel goed idee om met hem samen op te lopen, dan konden we wat kletsen en dan was het makkelijker voor mij. Maar ja, ik was te moe om te versnellen en hem in te halen. Hij was te ver om te roepen. Dus moest ik wel alleen verder.

Gelukkig was er de Liefair, waar ik overheen holde. Dat gaf even wat afleiding. Het leek gezellig met best wel leuke kraampjes. Daarna moest ik toch weer alleen verder. Het was een heel eind naar huis. Maar het moest natuurlijk toch. Ik was blij toen ik er was.